Eerder schreven we al een artikel over glucose. Glucose hangt nauw samen met insuline, welke we aan bod brengen in dit artikel.
Velen kennen insuline vooral in relatie tot diabetes type 1 & 2 patiënten. Het is echter ook van belang om er meer over te weten wanneer je geen diabetes patiënt bent. Dat leggen we uit in het deel over insulineresistentie.
Wat is insuline precies?
Insuline is een hormoon dat door de alvleesklier wordt aangemaakt en waarmee je lichaam suiker (glucose) uit koolhydraten kan gebruiken uit het voedsel dat je eet voor 1) energie, of om 2) glucose op te slaan voor toekomstig gebruik (glycogeen). Zie ook ons artikel over glucose. Insuline helpt te voorkomen dat je bloedsuikerspiegel te hoog (hyperglycemie) of te laag (hypoglykemie) wordt.
Gemiddeld zit je bloedsuikerspiegel rond de 5 mmol/L (milimol per liter), dit is ruwweg de hoeveelheid suiker in een suikerklontje.
De cellen in je lichaam hebben suiker nodig voor energie. Suiker kan echter niet rechtstreeks in de meeste cellen terechtkomen. Nadat je hebt gegeten en je bloedsuikerspiegel stijgt, worden cellen in je alvleesklier (bekend als bètacellen) gebruikt om insuline in de bloedbaan af te geven. Insuline hecht zich dan aan deze cellen en signaleert om suiker uit de bloedbaan te absorberen. Insuline wordt vaak vergeleken met een ‘sleutel’ die de cel ontgrendelt zodat suiker de cel kan binnendringen om energie te leveren
Teveel suiker
Als je meer suiker en/of koolhydraten consumeert dan je nodig hebt, helpt insuline de suiker in je lever op te slaan en af
Als de opslag voor suikers die opgeslagen worden in de vorm van glycogeen (in de lever en spieren) vol zitten, zal insuline regelen dat deze suikers omgezet worden in vetten.
Wanneer je lichaam niet genoeg insuline aanmaakt of als je cellen resistent zijn tegen de effecten van insuline, kun je een hyperglycemie (hoge bloedsuikerspiegel) ontwikkelen. Dit kan op de lange termijn complicaties veroorzaken indien de bloedsuikerspiegel gedurende een lange tijd hoog blijft.
Insuline en diabetes
Mensen met diabetes type 1 kunnen geen insuline maken omdat de bètacellen in hun alvleesklier beschadigd of vernietigd zijn. Daarom hebben deze mensen insuline-injecties nodig om hun lichaam glucose te laten verwerken en complicaties als gevolg van hyperglycemie te voorkomen.
Mensen met diabetes type 2 reageren niet goed of zijn resistent tegen insuline. Ze hebben mogelijk insuline-opnamen nodig om suiker beter te verwerken en om complicaties op lange termijn door deze ziekte te voorkomen. Personen met diabetes type 2 kunnen eerst worden behandeld met orale medicatie, samen met een verandering in dieet en lichaamsbeweging. Aangezien diabetes type 2 een progressieve aandoening is, is de kans groter dat iemand insuline nodig heeft om de bloedsuikerspiegel op peil te houden, naarmate iemand het langer heeft.
Insuline versus obesitas
Insulineresistentie hangt nauw samen met obesitas; het is echter mogelijk insulineresistent te zijn zonder overgewicht of obesitas te zijn.
Wat is insulineresistentie (IR)?
Samenvattend van hierboven: insuline heeft als taak om lichaamscellen glucose op te laten nemen als brandstof, of om op te slaan in de vorm van lichaamsvet.
Het betekent ook dat glucose zich sneller in het bloed ophoopt en dit kan leiden tot een te hoge bloedsuikerspiegel.
Wanneer het lichaam resistent wordt tegen insuline, probeert het het hoofd te bieden door meer insuline te produceren. Mensen met insulineresistentie produceren vaak te veel insuline vergeleken met gezonde mensen. Uiteindelijk worden de lichaamscellen die de brandstof dienen op te nemen, resistent voor deze hoeveelheden insuline.
Te veel insuline produceren staat bekend als hyperinsulinemie.
Symptomen van insulineresistentie
In eerste instantie vertoont insulineresistentie geen symptomen. De symptomen beginnen pas te verschijnen wanneer ze tot secundaire effecten leiden, zoals een hogere bloedsuikerspiegel. Wanneer dit gebeurt, kunnen de volgende symptomen ontstaan:
- Lethargie (vermoeidheid)
- Honger
- Concentratieproblemen (‘brain fog’)
Andere symptomen die vaak voorkomen bij mensen met insulineresistentie zijn:
- Gewichtstoename rond het midden (buikvet)
- Hoge bloeddruk
- Hoog cholesterolgehalte
Insulineresistentie kan zich verder ontwikkelen tot prediabetes of diabetes type 2.
Oorzaken van insulineresistentie
Hoewel de exacte oorzaak van insulineresistentie nog steeds niet volledig bekend is, is het wel bekend welke factoren kunnen leiden tot het ontwikkelen van insulineresistentie.
Insulineresistentie kan gewoonlijk ontstaan
- Wanneer je overgewicht of obesitas hebt
- Een calorierijk dieet, koolhydraatrijk of suikerrijk dieet
- Sedentaire levensstijl: (zeer) weinig lichamelijke activiteit
- Het nemen van hoge doses steroïden gedurende een langere periode
- Chronische stress
- Bepaalde ziekten zoals de ziekte van Cushing of polycysteus ovarium (PCOS)
Insulineresistentie vindt vooral plaats in het lichaam wanneer er sprake is van:
- Hoge insulinespiegels die circuleren in het bloed
- Overmatig vet dat wordt opgeslagen in de lever en alvleesklier
- Wanneer men in verhoogde mate last heeft van ontstekingen
Kan insulineresistentie worden verminderd of teruggedraaid?
Het is zeker mogelijk om de effecten van insulineresistentie te verminderen en er zijn een aantal effectieve manieren om dit te doen.
Effectieve methoden zijn onder meer:
- Koolhydraatarme en ketogene diëten
- Inperken van het aantal totale calorieën (vooral in combinatie met bovenstaande)
- Intermittent fasting
- Gewichtsverliesbehandeling
- Veel bewegen in combinatie met een gezond dieet
Deze methoden hebben een vergelijkbare manier van werken aangezien ze allemaal helpen om de behoefte insuline voor het lichaam te verminderen en mensen helpen om af te vallen.
Ik denk insulineresistentie te hebben, wat nu?
Wij zijn geen artsen, we raden daarom altijd aan om medisch advies (via de huisarts) in te winnen. Je huisarts kan vaststellen of er daadwerkelijk sprake is van insulineresistentie en een verhoogde bloedsuikerspiegel.
Indien dit het geval is, is het mogelijk om je dieet structureel aan te passen. Onze voedingsspecialisten helpen je daar graag bij.